Hieronder is een fragment van een van de concerten uit begin 2023 te zien en te beluisteren.
Ook heb ik daaronder wat achtergrondinformatie toegevoegd over het ontstaansproces van de koorversie.
Achtergrondinformatie Canto Ostinato voor 8-stemmig koor en klein ensemble.
In de periode 2016-2018 heb ik het muziekstuk Canto Ostinato van Simeon ten Holt (1923-2012) bewerkt voor koor en klein ensemble, waarna ik in 2022 nog enkele kleine wijzigingen heb aangebracht. Daarbij heb ik door de tijd heen dankbaar gebruik kunnen maken van verschillende deskundigen die mij met raad en daad hebben bijgestaan, met name Huub de Vriend, Béni Csillag en Maria van Nieukerken.
Ten Holt schreef dit werk in de periode 1976-1979 voor toetsinstrumenten. Het wordt geregeld uitgevoerd, over de hele wereld, met bv. 2 of 4 piano’s, maar ook wel met harp, marimba, accordeon of orgel.
Het muziekstuk Canto Ostinato wordt door velen ervaren als meditatief, wat sommigen er zelfs toe heeft gebracht ligconcerten te organiseren. Menig toehoorder van dit imposante werk verkeert tijdens een uitvoering ervan in zeer ontspannen toestand of een soort trance.
In de loop van de tijd waarin ik werkte aan de koorversie van dit stuk hebben verschillende proefsessies met zangers plaatsgevonden, waaronder een studiedag. Hierbij bleek dat min of meer geschoolde zangers deze muziek een behoorlijke uitdaging vonden. Met name de ritmiek (10/16 dan wel 2/4 maatsoort) was voor sommigen een waar struikelblok. Wat als optie bij het bewerken van dit omvangrijke stuk snel afviel was het laten zingen van complete kwintolen (vijf zestienden in de tijdsduur van een kwart) terwijl deze kwintolen juist zo kenmerkend zijn voor Canto Ostinato. Door het aantal stemmen in dit arrangement uit te breiden konden de kwintolen worden gevormd door delen ervan aan verschillende stemgroepen toe te kennen. Bv. de ene stem zingt twee overgebonden zestienden en vervolgens drie losse zestienden, een andere stem één zestiende, gevolgd door vier overgebonden zestienden. Weer andere stemmen zingen dan bv. van een kwintool alleen de eerste twee zestienden overgebonden en de laatste drie zestienden overgebonden.
De ervaringen van de proefsessies en uitvoerig overleg met bevriende musici leidden ertoe dat ik in de loop van het bewerkingsproces de nodige veranderingen heb aangebracht in de partituur, om het stuk zingbaar te doen zijn, inclusief de toevoeging van gestemd slagwerk in het ensemble. Verschillende ideeën over begeleidende instrumenten passeerden de revue, tot uiteindelijk de keuze viel op harp, contrabas en twee marimba’s.
Canto Ostinato bestaat uit genummerde ‘episodes’ (1 t/m 106) waarvan de meeste naar eigen inzicht door de uitvoerders zo vaak als hen goeddunkt worden herhaald. Een toevoeging van mijzelf is een episode met volgnummer 0, dus bij aanvang van het stuk. In episode 0 worden door de lage bassen en de contrabas de noten Bes en As afwisselend een aantal malen gespeeld, in kwarten. Hierdoor kan iedere uitvoerende de puls goed in zich opnemen voordat het stuk doorgaat met episode 1, zijnde het begin van de oorspronkelijke partituur. Verder wordt aan de uitvoerenden, c.q. de dirigent, overgelaten welke dynamiek of articulatie ten gehore wordt gebracht.
Een van de vele uitdagingen bij het bewerken van Canto Ostinato betrof de verschillende alternatieven die in de oorspronkelijke partituur op vele plaatsen staan aangegeven, en met name bij episodes 88A, B etc. en 91A, B etc. Bij een ‘normale’ uitvoering kunnen de musici (meestal toetsenisten) zelf ter plekke kiezen welke alternatieven ze spelen. In een partituur voor zangers is dit niet doenlijk en daarom heb ik uit de door Ten Holt aangegeven alternatieven een selectie gemaakt. In wezen is door de veelheid aan alternatieven het aantal verschillende uitvoeringsmogelijkheden namelijk onbeperkt. In de koorversie heb ik het integrale werk van Ten Holt opgenomen en verder zo goed mogelijk recht gedaan aan de intenties van de componist.
Een andere uitdaging was de eerder genoemde vrijheid die Ten Holt de uitvoerenden biedt om bepaalde episodes naar eigen inzicht zo vaak te herhalen als het de musici zelf ter plaatse goeddunkt. Bij een uitvoering met meer toetsinstrumenten neemt een van de musici in het algemeen de leiding door tijdens een concert aan te geven wanneer een volgende episode wordt ingezet. Bij een zangkoor zullen deze beslissingen door de dirigent moeten worden genomen, zodanig dat alle zangers weten of, en zo ja hoe vaak, een bepaalde strofe (episode) wordt herhaald. Andere door de componist voorgeschreven ‘regels’ zijn de maatsoort (Bes-mineur), het tempo (ca. 60/65 voor de kwart) en de uitvoeringsduur (minimaal 60 minuten). De koorbewerking van Canto Ostinato is uiteindelijk 8-stemmig (SSAATTBB) geworden met teksten die bestaan uit herhaalde losse klanken, zoals da-ba, doo-ba, etc.
Waar zangers normaal gesproken bij stukken met een tijdsduur van ca. 60 minuten of meer, hele gedeelten stemrust hebben, zijn dergelijke pauzes voor de zangers bij de Canto Ostinato niet of nauwelijks aanwezig. Iedere partij heeft vrijwel steeds iets te zingen. Een van de ideeën om hiervoor een oplossing te bieden was: werken met een soort estafettes, waarbij bv. steeds 16 of 24 (veelvouden van 8) zangers daadwerkelijk zingen, en af en toe een groep van 8 zangers wordt vervangen door een nieuwe groep van 8. Omdat in 2023 gewerkt is met 16 zangers, waren dergelijke mogelijkheden uiteraard beperkt. Het is aan de dirigenten die dit koorwerk willen uitvoeren om hier een creatieve oplossing voor te vinden.
Deze versie van Canto Ostinato is op verzoek verkrijgbaar. Koren en/of dirigenten die belangstelling hebben om Canto Ostinato voor koor en klein ensemble te beoordelen voor eventuele eigen concerten kunnen een berichtje sturen naar bonkebenno@gmail.com of via het tabblad CONTACT.
Benno Bonke, februari 2023